Sint-Jobkapel Aalst

Sint-Jobkapel Aalst

SINT-JOBKAPEL AALST

Architecten Beeck & Hermans bvba

Adres: Sint-Jobstraat te Aalst

Opdrachtgever: Dekenaat Aalst

Periode: 2017 – 2018

De oorsprong van de Sint-Jobkapel gaat terug tot 1429, toen de kapel na een pestepidemie in Aalst werd opgetrokken als bedevaartsoord voor de heilige Job. Eind 16de-eeuw kende de kapel een belangrijke herstelcampagne of herbouw (na de Spaanse belegering), metselwerktekens in de gevel en de natuurstenen deuromlijsting zijn typisch voor deze periode. In 1663 werd de kapel met een travee vergroot naar het westen toe. De huidige aankleding van het interieur kwam tot stand in de 18de eeuw. Het altaar, het doksaal en de communiebank werden in deze periode geplaatst ter verfraaiing van de kapel. De huidige sacristie dateert van het midden van de 19de eeuw. In 1942 werd de volledige wandbepleistering verwijderd en werd een dikke cementpleister aangebracht.

Het exterieur werd van 2017 tot 2018 gerestaureerd. De dakbedekking in leien werd volledig vervangen met leien van historisch formaat, nieuwe koperen hanggoten en afvoeren werden geplaatst. De daktimmer werd hersteld en waar nodig werden delen vervangen in eik. De klokkentoren diende eveneens hersteld te worden. Gezien bij het openleggen van het dak werd vastgesteld dat deze steunde op slechte dwarse balken, werd tijdens de werken beslist om deze te demonteren met een kraan. De toren werd vervolgens in het atelier hersteld. Het geheel werd gebeitst in een bruinrode kleur, gebaseerd op oude foto’s. De gevels werden hersteld en afgewerkt met een ademende witte verf, de plint in natuursteen kreeg een zwarte kleur gebaseerd op historische foto’s. Het glas-in-lood was recent gekleurd kathedraalglas, wat gezien de goede staat en het gebrek aan verdere historische info, behouden bleef en herteld werd. De inkomdeuren en het raampje van de sacristie werden hersteld en geschilderd in een bruine afwerklaag gebaseerd op het kleurenonderzoek uitgevoerd tijdens de werken.

De grot, of de Heilige Grafkapel was volledig overwoekerd door planten, mos en een agressieve klimop die de rotsblokken van de kapel uit mekaar drukte. Stronken en planten werden verwijderd en de rotsblokken terug ingemetseld. De bovenzijde van de grot werd voorzien van een waterdichte coating en het metselwerk aan de binnenzijde werd hervoegd.